Soms moet ik mezelf weer een beetje moed inspreken. Ik heb al een tijd niet ‘genoeg’ getraind, vind ik zelf. Door een nieuwe werkplek en daarbij een opleiding doen is wat tijdgebrek ontstaan. En ook doordat ik weer last had van mijn hielspoorblessure.
Maar nu ben ik weer positief gestemd, ik loop wanneer ik kan. En ik geniet van wat ik nu kan. Met de fysio is er weer een plan gemaakt. Ook staat er een wedstrijd op de kalender: de Montferland Run volgende week zondag. Ik ga de de 7,5 km lopen. Omdat ik nu niet optimaal train zal het vooral ‘uitlopen’ worden. En misschien moet ik wel wandelen onderweg, maar ik doe mijn best en ik ga ervan genieten!
‘Heb vertrouwen, ik kan lopen, mijn benen doen het wel’, zeg ik tegen mezelf. Soms ga ik ‘langzaam’ soms ga ik ‘sneller’. Soms doen mijn voeten of knieën niet wat ik wil, maar altijd kan ik lopen. Mijn spieren worden steeds beter, hoe meer ik loop hoe beter.
Soms vlieg ik over de weg, ik zweef. Ik geniet van de omgeving. En ik lach, ik zie mezelf van een afstand en ik lach. Het monotone geluid van de passen die ik maak…

Het trainen is ook vaak zwoegen, het voelt vaak zwaar… Maar ik mag mijn eigen tempo lopen.
Heb ik tijdens de training gezweet? Heb ik de stappen gezet? Heb ik de minuten uitgelopen? Dan kom ik voldaan thuis van een training.